Historie, vuurwerk en pure passie in het voetbalstadion van FC Bologna
Een avond met de spelers van Rossoblu
Historie, vuurwerk en pure passie in het voetbalstadion van FC Bologna
Italianen discussiëren graag en vaak: van tagliatelle al ragù tot politiek. Maar de meest gepassioneerde discussies gaan vrijwel altijd over voetbal. Zo ook in Bologna, waar Rossoblu – zoals het elftal liefkozend genoemd wordt – vaak wordt bekritiseerd, maar tijdens wedstrijden hartstochtelijk wordt toegejuicht. Een kaartje is zo gekocht, dus waar wacht je op?
Voetbal op z’n Italiaans
Het bijna honderd jaar oude stadion Renato Dall’Ara trilt op haar grondvesten. Uit de betonnen slotgracht die om het veld loopt, klinken enorme knallen. Ook vanaf de tribunes schiet roodblauw vuurwerk de lucht in. De Italianen – jong en oud, mannen en vrouwen – krijgen kippenvel als het clublied begint. Uit volle borst zingen de 30.000 toeschouwers mee. De spelers van FC Bologna komen het veld op en het gejuich is oorverdovend. Dit zijn hun helden en vanavond is hun avond. De bal begint te rollen. Niemand denkt eraan om op de betonnen stoeltjes te gaan zitten. Staand en met heftige armgebaren moedigen de duizenden supporters hun club aan en voorzien de wedstrijd van commentaar. Enorme roodblauwe vlaggen wapperen in de wind en vanaf de tribunes zien we de zon ondergaan in de verderop gelegen heuvels. De grote ronde kerk San Luca kijkt vanaf de hoogste top op het kolkende stadion neer. Want daar gebeurt het.
De spanning stijgt
Voetbalfan of niet, Italiaan of Nederlander: een wedstrijd van FC Bologna is een ervaring en een avontuur. Dat avontuur begint ’s middags al. Overal in het centrum strijken mannen met roodblauwe sjaals neer in kleine barretjes. Met een biertje in de hand begint de voorbespreking. De televisie staat aan en beelden van de Serie A – waar Bologna sinds 2015 weer in speelt – komen voorbij. De mannen zijn ontevreden over de vorige wedstrijd. Er wordt gemopperd op de trainer, maar zoals Enrico vanachter de bar vertelt: dat hoort erbij. De liefde voor hun Rossoblu zit diep en na jaren in de tweede divisie gespeeld te hebben, is de hele stad blij met de terugkeer naar de Serie A. Daar horen ‘we’ ook absoluut thuis, vindt Enrico. Als de zon ondergaat, komt de stroom op gang: vanuit alle hoeken van de Noord-Italiaanse stad begeven de Bolognese supporters zich naar de twee hoofdwegen die naar het stadion leiden.
De langste portico ter wereld wijst de weg
Wij kiezen voor een wandeling onder de monumentale portico van de Via Saragozza. Deze overdekte zuilengalerij die naar de kerk San Luca – op de top van een van de heuvels – loopt, is met zijn vier kilometer en 666 bogen de langste ter wereld en behoort tot het Werelderfgoed van UNESCO. Met duizenden andere supporters lopen we onder de sierlijke stenen bogen in de richting van het aanzwellende geluid. In de bars en winkeltjes die we passeren, eten supporters nog snel een panino. Ook wij besluiten aan de bar een espresso te drinken. Om ons heen stijgt de adrenaline: we naderen het stadion. Kleine kinderen in roodblauwe shirts rennen achter elkaar aan. De gezichten van hun ouders verraden spanning en de gesprekken gaan over niets anders dan de wedstrijd. Na twee kilometer duikt de grote zandkleurige achttiende-eeuwse boog op die over de weg loopt: de Arco del Meloncello. De portico splitst zich en we lopen recht op het fel verlichte stadion af.
Stadio Renato Dall’Ara
We bevinden ons inmiddels in een zee van opgewonden Bolognezen die ondanks de warme zomeravond hun roodblauwe sjaals omhouden. Iedereen baant zich een weg naar de tribunes. geduwd en getrokken wordt er niet. De sfeer is opgewonden, maar gemoedelijk en bovenal vol verwachting. Voor het fluitsignaal begint, duiken we in het rijke verleden van het stadion en het in 1909 opgerichte FC Bologna. De hoogtijdagen van de jaren dertig van de vorige eeuw en het toen heersende fascisme, leidden tot de bouw van het stadion: een stenen ovaalvormig complex – volledig omgeven door portico’s – dat doet denken aan een Romeinse arena. De uit rode stenen opgetrokken toren – Torre di Maratona – steekt hoog boven het stadion uit. Torens zijn het handelsmerk van de stad en bij de bouw van het stadion in 1927 besloten de fascistische heersers dat een toren – in dezelfde stijl als zijn middeleeuwse voorgangers – niet mocht ontbreken. Lange tijd stond hier het standbeeld van Benito Mussolini, die neerkeek op de spelers op het veld.
De bal rolt
Terug naar het heden: na het fluitsignaal raken we snel in gesprek met onze buren van vanavond. Hoopvolle blikken worden uitgewisseld als Mattia Destro het doelgebied van de Zuid-Italiaanse tegenstander FC Crotone nadert. We schreeuwen teleurgesteld als ‘we’ de bal verliezen. Tijdens de rust vermeldt het scorebord nog steeds 0-0 en buurman en medesupporter Luca heeft er weinig vertrouwen in. Hij leent ons een pagina van zijn meegenomen krant. Die kunnen we op de stoeltjes leggen, om onze broek niet vies te maken. We hechten wat minder waarde aan smetteloze kleren dan Luca, maar waarderen het gebaar. Luca is een trouwe fan en heeft al 25 jaar een seizoenskaart. Hij heeft spelers en trainers zien komen en gaan en discussieert met zijn vrienden over mogelijke wissels. Daar moet flink voor worden geschreeuwd. de muziek, het tromgeroffel en de duizenden stemmen maken van het stadion een Italiaanse opera met Rossoblu in de hoofdrol.
De laatste vijf minuten
De harde supporterskern van FC Bologna zit op de noordtribune en het is duidelijk dat zij de moed niet opgeven. Negentig minuten lang wordt er geschreeuwd, gezwaaid met fakkels en gegooid met rookbommen. Met succes: in de 85e minuut lukt het spits Destro de keeper van Crotone te passeren. Het stadion ontploft. Letterlijk bijna, want het vuurwerk schiet de lucht in. Er wordt zo hard gejuicht, gesprongen en gezongen dat de betonnen tribunes trillen. Supporters omhelzen elkaar en van alle kanten krijgen we high-fives. Nog vijf minuten nagelbijten, maar dan is de eerste thuisoverwinning van het seizoen een feit. Inmiddels is het helemaal donker. als de supporters het stadion verlaten, verplaatst het gejuich zich naar buiten. Auto’s toeteren en vlaggen worden nog lang niet opgeborgen. De supporters zoeken hun vaste kroegen weer op en ook wij vieren de overwinning. Tijd voor bier en de nabeschouwing.
Praktische info
Adres: Stadio Renata Dall’Ara: Via Andrea Costa, 174 – ongeveer twintig minuten lopen van Piazza Maggiore
Tickets kopen: voor veel wedstrijden kun je op de dag zelf kaartjes kopen. deze zijn te koop bij een loket naast het stadion. Opmerkelijk: kaartjes voor vrouwen zijn vaak een paar euro goedkoper!
Eén gedachte over “ Een avond met de spelers van Rossoblu
Historie, vuurwerk en pure passie in het voetbalstadion van FC Bologna ”