Ontdek de wereld van het water op vijf bijzondere plaatsen
De verborgen grachten van Bologna
Ontdek de wereld van het water op vijf bijzondere plaatsen
Heel zichtbaar zijn ze niet. Maar ze zijn allerminst verdwenen: de middeleeuwse kanaaltjes onder de straten van het historisch centrum. Het ondergrondse netwerk van kleine waterwegen is een van de best bewaarde geheimen van Bologna. Dwalend door de stad, is het water nooit ver weg. Je moet het alleen weten te vinden…
Klein Venetië
De eerste kennismaking met het ondergrondse water van Bologna kan maar beter meteen goed zijn. Aan de zuidkant van het centrum duikt over een lengte van twintig meter het middeleeuwse Canale delle Moline op. Vanaf het stenen bruggetje kijk je neer op de smalle stroom water en de gekleurde huizen die al eeuwen van dit uitzicht genieten. De vele kleine balkons met felgekleurde bloemen en ramen met houten luiken maken van Canale delle Moline een zeer fotogenieke plek. Er klikken dan ook veel camera’s en je bent er zelden alleen. Toch is de andere kant van het stenen bruggetje zo mogelijk nog geliefder. In de rode muur zit een klein raampje: la finestrella. Door de geopende luiken lijkt het kleine kanaal nog meer op een levensecht schilderij. Inwoners zijn dol op dit uitzicht op Piccola Venezia.
Het kanaal van de molenaars
Na het stenen bruggetje duikt Canale delle Moline weer onder de grond en maakt daar een bocht. Een paar straten verderop is opnieuw een stuk zichtbaar en zelfs van twee kanten. Aan de ene kant verspert een hek het zicht op het kanaaltje, maar het vallende water van de waterkering hoor je des te beter. Canale delle Moline werd aan het einde van de 12de eeuw aangelegd om de vijftien molens in deze – nu wat vervallen en met graffiti gedecoreerde – straat van water te voorzien. De oude arbeiderswoningen van de molenaars zie je in deze straat nog steeds. Vanaf het terras aan de achterkant van de bar Opera e Tulipani heb je wel zicht op dit deel van het molenaarskanaaltje. Heel goed zelfs. Hier hoef je het uitzicht niet te delen met tientallen andere bezoekers en kun je bovendien in de zon genieten van een goede espresso of een cocktail.
Het industriemuseum: waarom zoveel water
De geschiedenis van Bologna’s grachten wordt levendig verbeeld in het Industriemuseum, dat net buiten het centrum is gehuisvest in een oude baksteenfabriek. In de jaren tachtig is het gebouw dat – niet heel verrassend – bijna volledig is opgetrokken uit rode baksteen gerenoveerd tot een hip industrieel gebouw met ronde bogen, stenen muren en sfeervolle verlichting. Hier ontdek je waarom inwoners in de 12de eeuw door de hele stad kanalen aanlegden: om de molens van de textiel- en zijdeproductie van water te voorzien. Deze vroege industrialisatie leidde tot grote economische voorspoed en Bologna groeide uit tot de vijfde stad van Europa. Op de tweede verdieping van de oude baksteenfabriek laten maquettes het ingenieuze netwerk van de rivieren en kanaaltjes zien. In de 19de eeuw werden de meeste waterwegen echter gedempt of bedekt: ze leidden tot cholera en maakten de uitbreiding van gebouwen lastig.
De Waterkerken
Ondanks dat van alle middeleeuwse stroompjes alleen Canale di Moline en de Riva Aposa nog over zijn, speelt het water nog steeds een grote rol in Bologna. Zo zijn er bijvoorbeeld vier ‘Waterkerken’ die in de middeleeuwen boven of naast een kanaal of rivier stonden. Een van de mooiste is de Santa Maria della Pioggia, waar vroeger het Canale di Reno langs stroomde. Op het kleine pleintje voor de kerk vliegen scooters elkaar voorbij en toeteren auto’s naar elkaar. Maar achter de zware houten deuren is het stil en de witte marmeren muren en pilaren houden al het lawaai tegen. De kleine kerk is vernoemd naar de regen (pioggia) omdat inwoners hier tijdens de extreme droogte van 1561 elke dag kwamen om Maria te vragen om regen. Na enkele weken begon het inderdaad te regenen en stroomde er weer water door het Canale di Reno.
De oude haven bruist weer
Als gevolg van het economische succes van de textielindustrie, namen handel en scheepvaart in de 16de eeuw snel toe. Daarom bouwden de Bolognezen een stadshaven. Maar waar in de 18de eeuw de vijftig schepen van de Bolognese vloot af en aan voeren, ligt nu een groot stadspark. Toch zijn sporen van het industriële verleden nog zichtbaar, zoals de zoutopslag en de kades van donkerrode bakstenen. De groene gazons zijn in de zomer geliefd voor festivals en evenementen. Waar eeuwenlang goederen in- en uitgeladen werden, wordt nu gedanst onder de volle maan: een gebiedstransformatie die de vindingrijkheid van de Bolognezen opnieuw bevestigt. Maar inwoners eren het water nog steeds. Al was het maar met de vele straatnamen die verwijzen naar de verborgen grachten. Het water is grotendeels verdwenen, maar het bruist nog steeds.