Helse klim naar de hemel

Helse klim naar de hemel

Eeuwenlang was de trek door de Apennijnen voor reizigers een dagenlange reis vol moeilijkheden en obstakels. Om veilig van Bologna in het noorden naar Florence in het zuiden te reizen, moesten de goden je goed gezind zijn. Tegenwoordig is de route een geliefde meerdaagse wandeltocht, die ook bekendstaat als mountainbikeroute…

Uitzicht vanaf de basiliek van San Luca: het begin van de Godenweg

De proloog: fietsen huren in Bologna

Achterin de kleine rommelige fietsenzaak staan drie glimmende mountainbikes tegen de muur. Aan het stuur bungelen helmen. We kijken elkaar aan. Deze fietsen moeten ons komende dagen de Apennijnen overbrengen. De mountainbikes ogen echter gloednieuw en onze navigatiemiddelen en bagagerekjes worden soepel door Vincenzo van fietsverhuurder Tommy Bici geïnstalleerd. Hij trommelt zijn hele familie op om deze drie Nederlandse vrouwen op pad te helpen. De bewondering – en verbazing – stijgt wanneer we vertellen dat we komende drie dagen van Bologna naar Florence gaan fietsen.

De 120 kilometerlange Godenweg – zoals de route tussen deze twee steden heet –  is een bekende wandeltocht, maar wordt blijkbaar minder vaak gefietst. De volgende dag zullen we ontdekken waarom. Maar op dit moment zwaaien we vrolijk naar Vincenzo, die nog snel een fietspomp in onze tassen stopt. Over de warme asfaltwegen van de Bolognese buitenwijken fietsen we richting het zuiden van de stad. De richting die we komende dagen voortdurend zullen volgen. Want in het zuiden wacht Florence.

We zijn niet de enige die wegdromen bij de aanblik van glooiende groene heuvels

Langs eindeloze bogen naar San Luca

De ringweg om het historisch centrum van de Noord-Italiaanse studentenstad is sinds een paar jaar voorzien van een fietspad tussen de rijbanen: weinig idyllisch, maar het rijdt heerlijk. Al snel naderen we de vier kilometerlange rode zuilengalerij – de langste ter wereld – die naar de basiliek van San Luca op de heuvel leidt. Halverwege maakt de weg een bocht en gaat plotseling steil omhoog. Langs de vele bogen van de rode zuilengalerij trappen we zwetend en in het lichtste verzet omhoog.

Hijgend komen we na ruim een half uur aan bij de grote rode ronde basiliek die in de wijde omgeving is te zien en goed zicht biedt op de eindeloze zee van groene heuvels waar we komende dagen doorheen fietsen. Of lopen. Want de afdaling naar het dorp Casalecchio di Reno is prachtig, maar om levend over de boomwortels, rotsblokken en steile afdalingen te komen, stappen we liever af. Lopend geniet je immers ook meer van het uitzicht, houden we onszelf voor…

De basiliek van San Luca zwaait ons uit

In het spoor van Romeinse legers en middeleeuwse handelaren

Deze eerste fietsdag is een korte: Ons vliegtuig landde pas begin van de middag in Bologna en het is voorjaar en ’s avonds vroeg donker. Met borden gevulde pasta en glazen rode wijn bespreken we ’s avonds in de wijnkelder van restaurant Tramvia in Casalecchio di Reno ons plan: de historische wandeltocht de Godenweg (‘Via degli Dei’ in het Italiaans) afleggen per mountainbike. De route loopt dwars door de Apennijnen en volgt de eeuwenoude weg die Romeinse legers en middeleeuwse handelaren volgden. Nederlandse fietsers misstaan in dat rijtje niet, denken we optimistisch.

Achter elkaar volgen we het smalle bospad

De volgende ochtend volgen we het smalle en dichtbegroeide pad langs de rivier de Reno. De zon schijnt door de bomen en het is ongeveer twintig graden. We genieten. Tot we verdwalen. De Godenweg – die is vernoemd naar de bergen en dorpen met goddelijke namen – staat voor wandelaars goed aangegeven, maar welke delen van de route voor mountainbikers minder of volledig ongeschikt zijn, wordt zelden vermeld. Na een aantal kilometer duikt de bewegwijzering echter weer voor ons op en volgen we de historische route over smalle wegen en onverharde paden.

Na elke heuvel volgt een nieuwe – zo mogelijk nog mooiere – heuvel

Dwars door de Apennijnen

We laten de bewoonde wereld achter ons en passeren prachtige landhuizen en vervallen boerderijen. De vogels fluiten en de goudgele maïsvelden en groene schapenweides waar we langskomen, maken elke klim net wat minder zwaar. Want klimmen doen we voortdurend. We stijgen vandaag zo’n 1200 meter en dalen ruim 600 meter, waarvan een groot deel met de fiets aan de hand. Wanneer Monzuno – het kleine bergdorp waar we overnachten – in zicht komt, zijn we klaar voor de laatste steile klim. Maar onze fietsen niet: materiaalpech.

Een karaf wijn wacht op ons na de eerste dag

Enigszins ongerust arriveren we na een lange dag in stijl – lopend – bij Hotel Montevenere. Hier zorgt eigenaar Christian voor een smeuïge tagliatelle al ragù, rode wijn uit de omgeving en goede bedden. Bovendien overtuigt hij fietsverhuurder Vincenzo om ons van een nieuwe fiets te voorzien. Deze wordt mopperend, maar keurig afgeleverd. De volgende ochtend vertrekken we vroeg en klimmen en dalen door kastanjebossen, bergtoppen naar het dorp Madonna dei Fornelli. Wandelaars van de Godenweg worden hier met open armen ontvangen. En fietsers helemaal.

Aan het ontbijt bij Hotel Montevenere zal het niet liggen…

De godinnen zijn met ons

We zijn nu in het hart van de Apennijnen, de bergketen die zich over vrijwel de hele lengte van het Italiaanse schiereiland uitstrekt. Dat betekent groene heuvels vol madeliefjes, paardenbloemen, vlinders en bijen, maar ook klauteren: op en naast de fiets. Langzaam en geconcentreerd sturen we onze fietsen over technische paden die zo uit een professioneel mountainbikeparcours lijken te komen en bedwingen we achtereenvolgens Monte Venere (Berg van Venus) en Monte Luario (Berg van Lua).

Deze godinnen zijn ons gunstig gezind. Ze leiden ons door vele modderplassen, maar behoeden ons voor een val of natte schoenen. Regelmatig passeren we ronde – met mos begroeide – stenen van de Via Flaminia Militare. Over deze stenen staken de Romeinen de Apennijnen over. Hobbelend in ons zadel dalen we af. De Romeinen hielden bij de aanleg van deze weg duidelijk geen rekening met fietsers. En terwijl de zon achter de grote Duitse oorlogsbegraafplaats verdwijnt, naderen we Passo della Futa: een historische bergpas waar beroemde autoraces – zoals de Mille Miglia – worden gehouden en waar een stacaravan op ons wacht.

In de Tweede Wereldoorlog is in deze regio lang en hevig gevochten.

Welkom in Toscane

Dankzij ons niet al te hoge fietstempo is de grens die we vandaag passeerden ons niet ontgaan: in het bos verwelkomde een stenen paal ons in Toscane. Op deze laatste lange fietsdag trappen we uren door donkere bossen. We waarderen de moeite van de verschillende wandelverenigingen – die de route promoten en onderhouden – om de Godenweg als mountainbikeroute te presenteren. Maar wanneer de weg opnieuw steil omlaag duikt, vol rotsblokken ligt en we weer afstappen, maken we toch de kanttekening dat de route zich ‘net wat meer’ op wandelaars richt.

Desondanks halen we twee Italianen op elektrische mountainbikes in – geen slecht gevoel – en genieten we volop van de afdaling naar het wat vlakkere Toscaanse landschap. De landweg die voor ons ligt wordt omzoomd met cipressen, in de verte zien we een klein kasteel en langs de rand van de weg staan oude landhuizen en een kleine kerk: deze omgeving is elke zweetdruppel waard. En wanneer we plotseling omringd worden door een schaapskudde met lammetjes die de weg oversteekt, weten we weer waarom we hier fietsen.

Plotseling wordt overal gemekkerd en fietsen we tussen de schapen

Heuvels versus fietsers

Rond lunchtijd arriveren we in San Piero a Sieve: een van de plaatsen die haar gebouwen en architectuur te danken heeft aan de Florentijnse familie De’Medici. Dit beroemde geslacht – dat pausen en koningen leverde – kwam uit deze regio en liet hier in de 15de eeuw buitenhuizen, kerken en kastelen bouwen. Op een rustig pleintje met okergele huizen hangt was te drogen en staan stenen bankjes. We eten gnocchi uit aluminiumbakjes en vullen onze bidons bij een eeuwenoude kraan. Inwoners knikken ons bemoedigend toe. Zij weten welke heuvels ons nog wachten.

De klim naar Trebbio – een verzameling huizen en een kasteel – op de top van de volgende heuvel is mooi, warm en lang. De afdaling is nog mooier. Maar de wilde bloemen, de wijngaarden en de koekoek en specht die ons al de hele dag vergezellen veranderen ons besluit niet: deze klim en afdaling waren de laatste. De Godenweg loopt over alle heuvels en langs alle kloosters en goddelijke plaatsen die de route rijk is. Maar zoals er meerdere wegen naar Rome leiden, voeren er ook meerdere naar Florence.

Andere fietsers zien we weinig, maar wandelaars des te meer

In de hoogste versnelling

Parallel aan de Godenweg – maar op voldoende afstand om hem niet op te merken – loopt een autoweg. Wanneer we deze Strada Regionale oversteken, kunnen we de verleiding niet weerstaan. Op hoge snelheid dalen we de asfaltweg af en laten de goden letterlijk links liggen. Zo fietsen we het achterland van Florence binnen en vangen steeds vaker een glimp op van de Toscaanse hoofdstad die zich achter de groene heuvels uitstrekt. Fiats en Alfa Romeo’s flitsen voorbij. We schakelen naar de hoogste versnelling en vliegen het kleine dorp Olmo binnen.

In onze vaart fietsen we bijna het grote terras met de rode en witte plastic stoelen van Hotel Dino voorbij. De bezoekers op het terras vormen een bont gezelschap: oude mannetjes uit het dorp, dagjesmensen die met de bussen naar dit uitzichtpunt zijn gebracht en goedgeklede hotelgasten. In rap Italiaans worden geanimeerde gesprekken gevoerd en verhalen verteld. Wij dragen al dagen dezelfde kleding – fietsbroekje en sportshirt – maar na een douche zijn de ergste modderspetters verdwenen en lonken de oranje glazen Spritz Aperol en de laatste zonnestralen.

Pauze bij Passo del l’Osteria Bruciata, een open plek met een bijzondere legende

Zicht op de finish in Fiesole

Het terras kijkt uit over de groene heuvels buiten Florence, waarvan de hellingen bezaaid zijn met olijfbomen, cipressen en met klimop begroeide landhuizen. Over deze hellingen dalen we de volgende dag af naar Fiesole. Dit kleine stadje is gesticht door de Etrusken en overal zijn de tweeduizend jaar oude stadsmuren nog zichtbaar. Er is een Romeins amfitheater, een kathedraal uit 1028 en een klooster met een prachtig uitzicht over Florence. We parkeren onze fietsen en staren naar de rode koepel van de duomo die verleidelijk glinstert in de verte..

Het grote plein van Fiesole – Piazza Mino – wordt omringd door barretjes met terrassen. We bestellen drie cappuccino en croissants en kijken hoe marktkoopmannen hun kramen opbouwen. Een jonge ober met hippe baard informeert belangstellend naar onze tocht, die nu bijna ten einde is. Dat vertellen we hem en we krijgen een spontaan applaus. Hij verklapt dat Fiesole vanwege het mooie uitzicht ‘het balkon van Florence’ wordt genoemd en dat we prachtige laatste kilometers tegemoet gaan. Dus stappen we weer op. Voor de laatste keer.

Fietsen tussen de bomen en zonnestralen

De laatste loodjes zijn het lichtst

De routekaart van de Godenweg laat zien dat mountainbikers vanaf hier de autoweg volgen. Dat waarderen we en we vliegen over de kronkelende asfaltwegen. Elke bocht is een verrassing: een weide vol gekleurde bloemen, uitzicht over een ander dal of een oude boerderij. De weg daalt en onze snelheid stijgt. De wind suist in onze oren en het landschap trekt als een film voorbij. Toch komt het plaatsnaambord onverwacht: Florence. We belanden op de brede ringweg en fluitende vogels maken plaats voor getoeter en geschreeuw.

We manoeuvreren onze mountainbikes door het drukke verkeer – weer wat anders dan boomwortels en rotsen – en vangen een glimp van de duomo op. Toeristen, ijskramen, pizzeria’s en barretjes duiken overal om ons heen op. Hier eindigt onze goddelijke tocht met helse momenten. Hier eindigt de Godenweg. In een rustig tempo koersen we op het treinstation af, op zoek naar een trein die ons in zevenendertig minuten terug naar Bologna brengt. Maar die trein was er in de Romeinse tijd en de middeleeuwen niet. Toen was er alleen een pad: een goddelijk pad. Zelfs met een mountainbike.

Eindeloze velden wilde bloemen met op de achtergrond de bergen waar we vandaan komen

Praktische info

Website

Op de officiële website van de Godenweg (Via degli Dei) vind je overnachtingsmogelijkheden, de routebeschrijving – ook te downloaden als app – en de geschiedenis van de Godenweg. De site heeft een Engelse en Italiaanse variant.

Wandelkaart

Er is een goede wandelkaart van de Godenweg. Deze is te koop bij een aantal reisboekwinkels in Nederland en te bestellen via de website van de Via degli Dei. De kaart is absoluut noodzakelijk als je de Godenweg gaat wandelen of fietsen.

Reisgids Wandelen over de Godenweg

In 2020 verschijnt de reisgids Wandelen over de Godenweg van Odyssee Reisgidsen. Hier lees je alles over de route, de bezienswaardigheden en de horeca en overnachtingsmogelijkheden. Voor meer informatie over de reisgids kun je contact opnemen via merel@thebestofbologna.com. Een leuke reisgids over Bologna is Wandelen door Bologna.

Fietsverhuur

Op een aantal plaatsen in Bologna zijn goede mountainbikes te huur. Wij huurden onze fietsen bij Tommy Bici. Hier huur je goede mountainbikes voor €20 per dag. Aardige en kundige verhuurders, maar mocht je onderweg problemen met de fiets krijgen: laat een Italiaan(se) voor je bellen. Daar bereik je meer mee.

Risico’s

Mountainbiken over de Godenweg is niet zonder risico’s. De route is lastig en niet vergelijkbaar met mountainbikeroutes in Nederland. Een helm, degelijke fiets, voldoende water, een goede conditie en enige mountainbike-ervaring zijn voorwaarden om op pad te gaan.

Voorbereiding

Het is aan te raden om overnachtingen vooraf te boeken. Zeker in het hoogseizoen – april tot en met september – en in de weekenden wordt de route veel gewandeld en op sommige delen van de route zijn maar weinig overnachtingsmogelijkheden. Bekijk vooraf op de routekaart – of in de toekomst met de reisgids – of er onderweg een restaurant is of dat je in een dorp of hotel broodjes regelt voor de lunch.

Overnachtingen

Wij overnachtten de eerste nacht in Casalecchio di Reno (Boutique Hotel Calzavecchio), de tweede nacht in Monzuno (Hotel Montevenere), de derde nacht in een stacaravan op Camping la Futa en de vierde nacht in Hotel Dino in Olmo.

Aantal dagen

De Godenweg wordt gelopen in vijf tot zeven dagen. Met een mountainbike is drie tot vier dagen aan te raden. Wij hebben drie volle dagen gefietst en twee halve dagen (aan het begin en aan het einde).

Reacties zijn gesloten.
Facebook